De arbeidsreglementering rond asbest werd in 2006 verder gecoördineerd en aangepast via het KB van 16 maart 2006, dat de bescherming van werknemers tegen blootstelling aan asbest regelt. Het KB van 28 maart 2007 reguleert de erkenning en certificering van gespecialiseerde asbestverwijderingsbedrijven.
Belangrijke elementen zijn te vermelden als we de focus leggen op de Belgische wetgeving, met de bijkomende verplichtingen van het Vlaamse gewest en diens gemeenten.
Le Conseil Jaimy : poncez le support avant de peindre !
Il est tentant de vouloir brûler les étapes pour terminer le chantier plus vite … Erreur ! Il faut poncer soigneusement le support avant de le peindre. Si vous négligez ce point, la peinture ne va pas tenir dans le temps et vous allez devoir recommencer tout le travail.
Use this type of box to give an advice
Dit is het Koninklijk Besluit dat het gebruik van asbest op de werkvloer aan banden moest leggen. Het gebruik van crocidoliet (blauwe asbest) werd gedeeltelijk aan banden gelegd. Het was een eerste stap die vooral gericht was om de werknemers te beschermen, al waren er uitzonderingen en kon er dankzij een speciale toelating zonder beperkingen verder gewerkt worden. Voor werkplaatsen waar er aan voertuigen gewerkt werd, mocht er niet langer met perslucht gewerkt worden aan de remsystemen. Afbraakwerken waar er een risico was op asbestverspreiding kreeg ook een aantal regels opgelegd. De controle op de toepassing van deze artikels en verplichtingen was ondermaats.
Met het Koninklijk Besluit van 1986 werd bepaald dat asbest vervangen moest worden door minder schadelijke vervangingsproducten. Dit geldt wanneer de technische mogelijkheid bestaat. De beoordeling van de gevaren van asbest werd duidelijk omschreven op basis van de concentratie van asbestvezels in de lucht. Om de vastgelegde grenswaarden te waarborgen, moesten er metingen worden uitgevoerd met een bepaalde frequentie en representativiteit. Voor bepaalde werkzaamheden waar men de grenswaarden niet kon behalen, moet de werkgever een werkplan opstellen. Dit plan bevat maatregelen om de werknemer te beschermen. Daarnaast werden er verplichte procedures vastgelegd voor de medische keuring van werknemers die met asbest in aanraking komen.
Met het Ministerieel Besluit van 1993 moesten bedrijven een asbestinventaris opstellen. Deze inventaris moest duidelijk vermelden waar de asbesttoepassingen zich bevonden en in welke staat ze verkeerden. Daarnaast moest de inventaris beschrijven welke maatregelen genomen werden om blootstelling aan asbest te voorkomen. Deze uitgebreide inventaris moest voor 1 januari 1995 klaar zijn. Als de inventaris aangaf dat werknemers aan asbestvezels werden blootgesteld, moest er een beheersprogramma worden uitgewerkt. Dit programma had als doel de blootstelling zo laag mogelijk te houden.
Dit beheersprogramma bestaat uit drie punten:
Het Koninklijk Besluit van 1998 was gericht op het beperken van het op de markt brengen, vervaardigen en gebruik van asbest. De meeste gekende asbesttoepassingen werden bij wet verboden. Doch was er nog een uitzondering voor bepaalde producten waar er nog geen waardig alternatief voor bestond (bv. thermische isolatie in industriële toepassingen). De asbesthoudende producten die toch nog op de markt kwamen, werden voorzien van een etiket.
De definitieve uitbreiding volgde in het Koninklijke Besluit van 2001 dat een totaalverbod oplegde voor het produceren, op de markt brengen en gebruiken van alle toepassingen van asbest.
Het Koninklijk Besluit van 2006 (aanvulling van het KB van ’93) betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest werd in 2007 gewijzigd. Er werd voornamelijk een aantal wijzigingen aangebracht in de artikels en aanvullingen gemaakt. De couveusezak methode voor het verwijderen van de isolatie rond leidingen, die losgebonden asbest bevat, mocht toegepast worden in gesloten ruimten indien er aan bijkomende voorwaarden was voldaan.
In titel 3 van boek VI van de codex worden er gedetailleerde bepalingen over preventiemaatregelen, vooral met betrekking tot de verwijdering van asbest, omschreven. Deze codex is een samenvatting van heel wat bepalingen en artikels uit de voorgaande koninklijke besluiten en is vooral gericht op het beschermen van de werknemer. Daarnaast bevat de codex bepalingen waaraan de werkgever aan moet voldoen. De voorwaarden en de nadere regels betreffende de erkenning van asbestverwijderaars worden omschreven in titel 4 van het boek VI van de codex.
Richtprijs
Vanaf € 485 tot €895 alle kosten inbegrepen en 21% BTW inclusief
De federale wetgeving ter bescherming van de werknemers behoedt onrechtstreeks het milieu tegen verontreiniging met asbestvezels. Situaties buiten het werkgevers-werknemers verband (zelfstandigen – particulieren) vallen onder de gewestelijke wetgeving in Vlaanderen. De Vlaamse overheid is bevoegd voor de wetgeving met betrekking tot het leefmilieu en dus onder meer voor reglementering over emissies van asbest in lucht en water en over het beheer van asbesthoudende materialen en afvalstoffen.
Bepalingen met betrekking tot handelingen met asbest zijn voornamelijk opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) en het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM I).
Het beheer van asbesthoudende materialen en afvalstoffen wordt gereguleerd door het Materialendecreet van 23 december 2011 en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).
Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (VLAREBO) en het ministerieel besluit van 1 juli 2014 houdende de goedkeuring van het eenheidsreglement gerecycleerde granulaten (Eenheidsreglement) reguleren de aanwezigheid van asbesthoudende afvalstoffen in respectievelijk de bodem, het grondverzet, bouw- en sloopafval en gerecycleerde granulaten.
In Vlaanderen zouden ruim 2,7 miljoen woningen ouder dan 2001 asbesthoudende toepassingen bevatten. Je kunt deze op verschillende plekken terugvinden. De kans dat u asbest aantreft in een residentieel gebouw is dan ook zeer groot. In 70 tot 90 procent van de gevallen loopt u het risico op asbest, tenzij er een grondige renovatie heeft plaatsgevonden.
Asbest kent veel toepassingen. Het werd verwerkt in meer dan 3500 bouwmaterialen, zoals golfplaten, leien, venstertabletten, goten, isolatie, bitumen, en afdichtingen. Ook vandaag stuiten asbestexperts op nieuwe toepassingen. Een asbestinventaris laten opmaken geeft zekerheid over de veiligheid van uw woning.
Visuele herkenning, niet-destructief onderzoek
Op basis van een visuele inspectie brengen we de verschillende asbesttoepassingen in kaart. Enkel de direct waarneembare asbestbronnen worden opgenomen, tijdens het onderzoek worden er geen vloeren of wanden afgebroken. Deze
Vaststelling d.m.v. staalafnames, destructief onderzoek
Aan de hand van staalafnames en een labo-analyse worden de verschillende asbesttoepassingen in kaart gebracht. Dit onderzoek beschrijft alle aanwezige asbestbronnen, zowel direct waarneembare als ingesloten. Wanden en vloeren worden vanzelfsprekend niet gespaard tijdens het onderzoek.
In dit artikel “Plaatsbezoek Asbestdeskundige” ontdek de cruciale stap in het veilig beheren van de potentiële risico’s van asbest in onroerend goed.
De doelstelling van de Vlaamse overheid is een asbestveilig Vlaanderen tegen 2040. Asbestvrij klinkt ambitieuzer, maar dat is technisch moeilijk haalbaar. Het inventariseren van potentiële blootstellingen en gevaren is het begin. Het correct en veilig verwijderen van asbest zal veel langer duren.
Alleen een gecertificeerd asbestdeskundige (ADI) mag een asbestinventaris opmaken. Ook moet hij de inspectie registreren in een centrale databankapplicatie bij de OVAM. Op basis van een correcte en volledige registratie levert de OVAM een geldig asbestinventarisattest af. Dit attest is een automatisch, uniek rapport van de asbestinventarisgegevens van een gebouwinspectie. Het maakt ook deel uit van je woningpas.
Eenieder die personeel tewerkstelt is een werkgever, gaande van zelfstandigen, winkels en warenhuizen, aannemers, ziekenhuizen, scholen, overheden tot privébedrijven van diverse grootte. Werkgevers hebben sinds 1995 de wettelijke verplichting om hun werknemers te beschermen tegen de risico’s van asbest. De maatregelen die de werkgever moet volgen worden opgesomd in de codex Welzijn op het werk: de inventarisatie van asbest, het beheer van de asbesttoepassingen, de correcte verwijderingsmethodes en de opleidings- en erkenningsvoorwaarden.
De asbestinventaris beschrijft alle asbesttoepassingen die aanwezig zijn in het bedrijf of de werkzone. Deze inventaris wordt opgesteld na een inspectie ter plaatse, waarna een risicoanalyse wordt uitgevoerd. Deze analyse dient als input voor het beheerprogramma, dat aantoont wat er met het asbesthoudende materiaal zal gebeuren en hoe de blootstelling van werknemers zo laag mogelijk kan worden gehouden. Bovendien bevat het plan altijd een jaarlijkse beoordeling van de toestand van het aanwezige asbest, evenals preventiemaatregelen en maatregelen voor de verwijdering van asbesttoepassingen in slechte staat.
Voor het verwijderen van asbesttoepassingen zijn er verschillende mogelijkheden, afhankelijk van de toestand van het asbest en het risico van blootstelling. Eigen werknemers mogen bepaalde onderhouds- en verwijderingswerkzaamheden zelf uitvoeren, zolang het om sporadische handelingen gaat (bijvoorbeeld één asbestplaat in goede staat verwijderen zonder deze te beschadigen). Voor deze specifieke werkzaamheden gelden de voorschriften niet. Daarnaast biedt de Vlaamse overheid bedrijven een aantal ondersteunende maatregelen en subsidies aan om asbesttoepassingen in hun bedrijfsgebouwen te verwijderen, voornamelijk om leegstand te voorkomen.
Ten slotte is de beste oplossing voor werkgevers samenwerking met een asbestdeskundige en een erkende asbestverwijderaar. De asbestdeskundige voert de inspectie uit en maakt de inventarisatie op. Het beheersprogramma kan in samenspraak met de werkgever ook door de asbestdeskundige worden opgesteld. Voor de verwijdering wordt een erkende asbestverwijderaar ingeschakeld om de verschillende asbesttoepassingen te verwijderen.
In België is het sinds 23 februari 2018 verplicht om een sloopopvolgingsplan op te maken voor bepaalde werken. Dit plan is een belangrijke stap in het verwijderen van asbest uit onze leefomgeving. Het sloopopvolgingsplan helpt bij het selectief slopen of inzamelen van gevaarlijke materialen. Dit moet door de bouwheer worden aangevraagd. De sloopinventaris geeft een overzicht van alle gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen. Het maakt een opsplitsing tussen de onder-, bovenbouw en buitenverharding. Een asbestinventaris is ook onderdeel van het sloopopvolgingsplan, vooral als het gebouw ouder is dan 2001.
De sloopinventaris vermeldt voor elke afvalstof de benaming en de bijhorende EURAL-code. Ook staat er de vermoedelijke hoeveelheid in m³ of ton, de locatie binnen het gebouw en de verschijningsvorm. Daarnaast bevatten de inventaris aanbevelingen voor het verwijderen, recycleren of hergebruiken van de materialen. Een sloopopvolgingsplan is verplicht voor niet-residentiële gebouwen als het betrokken volume groter is dan 1000 m³. Bij residentiële gebouwen geldt dit enkel voor een volume groter dan 5000 m³. Voor afbraak of sloop van infrastructuur op wegen is een plan vereist als het volume groter is dan 250 m³.
Bovendien kan de bouwheer vrijwillig gebruik maken van het systeem van Tracimat. Tracimat is de enige erkende sloopbeheerorganisatie. Als een sloopopvolgingsplan goedgekeurd is door Tracimat en het gebouw selectief gesloopt is, kan het puin worden aangeboden als puin met een laag milieurisicoprofiel. Dit kan goedkoper worden verwerkt dan puin met een hoog milieurisicoprofiel. Zeker bij grotere sloopwerken kan het Tracimat-traject financieel voordelig zijn.
De asbestinventaris bij verkoop voor woningen ouder dan 2001, is van kracht sinds 23 november 2022 en is cruciaal in het opsporen van asbest in onze residentiële gebouwen. Volgens een schatting van OVAM zou er zo’n 865.000 ton aan asbest terug te vinden zijn in onze woningen. Tegen 2032 moet elke eigenaar van een gebouw ouder dan 2001 over een asbestinventaris beschikken. De inventaris maakt bovendien deel uit van de woningpas.
Dat een asbestinventaris beschikbaar is voor de koper is een goede zaak, aangezien hij dan op voorhand op de hoogte is van de mogelijke gezondheidsrisco’s die aanwezig zijn bij de aankoop van een woning. Dit instrument biedt een aantal extra voordelen. Indien er werken uitgevoerd moeten worden beschikt de uitvoerder over een inventaris en kan er een betere prijs opgemaakt worden voor de werken en de sanering. De opdrachtgever of de eigenaar wordt minder geconfronteerd met onverwachte kosten tijdens en na de werken. Voor de doe-het-zelvers is het trouwens voornaam om eventuele blootstelling te vermijden.
Asbest, dat voorheen wijdverspreid werd gebruikt vanwege zijn nuttige eigenschappen, werd in de jaren ’70 erkend als een gezondheidsrisico.
Sindsdien heeft België, zowel op federaal als Vlaams niveau, verschillende maatregelen genomen om de blootstelling aan asbest te beperken en de verwijdering ervan te reguleren. De wetgeving heeft zich gaandeweg ontwikkeld, beginnend met het beperken van bepaalde asbesttoepassingen tot uiteindelijk een volledig verbod op de productie en het gebruik van asbest in 2001.
Op Vlaams niveau richt de wetgeving zich meer op milieubescherming, met voorschriften voor emissies van asbest in lucht en water en het beheer van asbesthoudende materialen en afvalstoffen. Verder wordt de aanwezigheid van asbest in Vlaamse woningen benadrukt, met een schatting dat 70 tot 90% van de woningen ouder dan 2001 asbest bevatten.
Ten slotte wordt de belangrijke rol van gecertificeerde asbestdeskundigen belicht, die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van asbestinventarissen om de veiligheid van woningen te waarborgen.
Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.